30-05-2008

Geschiedenis van het onderwijs: 1973

Het vernieuwd lager onderwijs (VLO)
In de Vlaamse Gemeenschap wordt in enkele scholen een grootschalig innovatieproject gestart. Dit gebeurt bij wijze van vrijwillig experiment. Hieruit groeit het Vernieuwd Lager Onderwijs. Leerlingen worden individueler benaderd. Men speelt beter in op de leermogelijkheden en -behoeften van elk kind. Er groeit een grotere continuïteit door heel de basisschool heen. Wereldgeoriënteerd onderwijs en projectmatig werken helpen hierbij. De samenwerking met de plaatselijke gemeenschap, meer bepaald met de ouders, wordt geïntegreerd in het schoolgebeuren. Ouders kunnen bijvoorbeeld actief zijn in zgn. leesklassen. Universitaire teams maken geregeld externe evaluaties. De rapporten worden aangevuld met interne evaluaties van de begeleiders in samenspraak met de V.L.O.-scholen. De besluiten en ervaringen vinden een weerslag in tal van publicaties.

Voor leerlingen in het basisonderwijs die door incidentele omstandigheden of lichte leermoeilijkheden schoolse achterstand hebben opgelopen bestaat sinds 1973 het ambt van taakleraar in de aanpassingsklas. Aanvankelijk gestart als experiment wordt de organisatie van een aanpassingsklas (later taakklas) vanaf schooljaar 1979-1980 organiek vastgelegd. Hierdoor komt het multidisciplinair team als overlegorgaan tot stand. Dit team bestaat uit de directie van de basisschool of lagere school, een afgevaardigde van het CLB, de klastitularis en /of andere betrokken leerkrachten, de taakleraar.

Geen opmerkingen: